In Zimbabwe kunnen veel ouders als gevolg van armoede niet of niet goed genoeg voor hun kinderen zorgen. Schoolgaande kinderen hebben een hoger risico om vroeg uit te vallen op school, hebben weinig mogelijkheden op een vervolgopleiding, gaan jong werken tegen een te laag inkomen om van rond te komen en krijgen veelal op te jonge leeftijd kinderen. Moeder- en kindsterfte is 50% hoger onder tienermoeders en in rurale gebieden (Unicef, 2015).
De HIV/Aids prevalentie in Zimbabwe is één van de hoogste ter wereld. De sector gezondheidszorg in Zimbabwe kampt al decennialang met een tekort aan financiering, voldoende gekwalificeerd personeel, slechte infrastructuur en apparatuur. Waar er wel goede gezondheidszorg beschikbaar is, is deze voor de armste lagen van de bevolking vaak niet toegankelijk door hoge kosten van medische behandeling.
Meer dan vijf miljoen kinderen in Zimbabwe groeien op in armoede, in eenoudergezinnen of zonder ouders. Deze zgn. Orphans and Vulnerable Children of OVC’s hebben te maken met ondervoeding, HIV/Aids-besmetting, geweld, misbruik of verwaarlozing en onvoldoende toegang tot onderwijs en gezondheidszorg. OVC’s werden voorheen vaak ondergebracht in weeshuizen. De overheid van Zimbabwe heeft zich in de afgelopen jaren echter geschaard achter de resultaten uit internationale onderzoeken aangaande de opvang van en zorg voor wees- en kwetsbare kinderen.
In het werkgebied van IMBA Zimbabwe, de rurale gemeenschappen van Seke en Chivhu Rural leeft ca. 65% van de mensen in armoede. IMBA richt zich met haar programma’s specifiek op kwetsbare kinderen, alsmede op ouders, grootouders of andere familieleden die verantwoordelijk zijn voor het kind en ondersteuning nodig hebben.
Voor kinderen die door een ongezonde thuissituatie niet meer naar huis kunnen, blijken in de praktijk vaak gezinnen te zijn die het kind graag willen opnemen, maar ook deze pleeggezinnen hebben hierbij de juiste ondersteuning nodig.
Het National Action Plan (NAP) for Orphans and Vulnerable Children 1 in Zimbabwe geeft aan dat elk zorgplan voor kinderen uit moet gaan van de best mogelijke oplossing voor het kind zelf. Institutionele zorg (opvang in een wees- of opvanghuis) is in een zorgplan het laatste alternatief, wanneer andere oplossingen niet mogelijk zijn. Primair hoort een kind opgevangen te worden door de eigen familie. Wanneer de eigen familie hiertoe niet in staat is, behoort zij te worden ondersteund.
Met de juiste sociale begeleiding, op basis van de problematiek waarmee de familie kampt, kan het heel haalbaar zijn te komen tot een situatie waarin het wel verantwoord is om het kind bij de eigen familie te plaatsen. Pleegzorg in familieverband kan hierbij een tijdelijke oplossing zijn om de periode te overbruggen waarin de ouder(s) of andere familieleden de juiste gezinsbegeleiding krijgen. Op nationaal niveau zijn er dus duidelijke beleidslijnen geformuleerd. Op lokaal niveau sluiten social workers en zorgorganisaties zich aan bij deze visie, maar ontbreekt het vaak aan middelen om de benodigde programma’s te implementeren.
Gelegen in het zuiden van Afrika en ingesloten door Zambia, Tanzania en Mozambique, ligt Malawi, een politiek rustig, maar zeer arm land. Bijna 80 % van de bevolking werkt in de agrarische sector en dit betreft hoofdzakelijk kleine boerenfamilies. Het land is, net als de omringende landen, bijzonder kwetsbaar voor klimatologische veranderingen, zoals onvoorspelbare verschuivingen van de seizoenen, kortere en hevigere regenperiodes en langere en hevigere droogtes.
De overheid van Malawi boekt economische vooruitgang, mede door de “Malawi Growth and Development Strategy (MGDS)”, een serie van opeenvolgende vijfjarenplannen ten behoeve van de ontwikkeling van het land. Het huidige MGDS III (tot en met 2022) richt zich op de opbouw van een productieve, competitieve en veerkrachtige economie. De overheid steunt in dit kader momenteel de ontwikkeling van Onderwijs, Energie, Gezondheidszorg, Toerisme en de Agrarische sector. In 2018 groeide de economie met 3.5% en in 2019 met 4,4%, mede door een verhoogde landbouwproductie van o.m. mais en andere hoofdgewassen. Deze sterke economische groei is in 2020 hevig verstoord door de COVID-19 pandemie, waarvan de volledige impact nog onzeker is. Het land heeft te maken met een terugval in belastinginkomsten, een sterke kostenstijging in de sector Gezondheidszorg en een noodzaak tot overheidssteun aan de bevolking.
Mpemba ligt ongeveer 20 kilometer van Blantyre, de hoofdstad van de zuidelijke regio in Malawi. Mpemba bestaat uit 10 kleinere gemeenschappen, waarvan Somba Village er één is. Deze dorpen vallen onder de traditionele autoriteit van de Group Village Headman. Elk dorp heeft een eigen Village Headman. Enkele cijfers over Somba Village:
De gehele bevolking van Somba Village bestaat uit 615 kinderen tot 15 jaar, 192 jongeren van 16 tot 21 jaar, 150 volwassenen jonger dan 60 jaar, 63 volwassenen ouder dan 60 jaar.
Malawi was en is nog steeds één van de armste landen ter wereld. Armoede is sinds 2010 iets gestegen van 50.7% naar 51.5% in 2016, maar extreme armoede is gedaald van 24,5% in 2010 naar 20.1% in 2016. De belangrijkste oorzaken voor armoede in Malawi zijn een lage productiviteit in de agrarische sector, voedselonzekerheid, beperkte arbeidsmogelijkheden in andere sectoren, kwetsbare economische groei en een snelle bevolkingsgroei. Meisjes krijgen gemiddeld op 19-jarige leeftijd hun eerste kind en elke moeder krijgt gemiddeld 4 kinderen. Er is slechts één dokter op elke 65.000 inwoners.
De bevolking van Malawi, in totaal bijna 20 miljoen inwoners, bestaat voor 46% uit kinderen onder de 14 jaar. In vergelijking: in Nederland is dit 16%. Zo’n 1 miljoen kinderen in Malawi leeft niet met de eigen ouders, met als belangrijkste oorzaak sterfte van één of beide ouders. Armoede raakt kinderen dan ook het hardst. Het bedreigt hun basisrechten op voeding, gezondheid, onderwijs en bescherming tegen uitbuiting.
Copyright IMBA © All Rights Reserved